Over de transformatie van emoties

Het inzicht dat ik in deze blog met je wil delen is kort samengevat dit. Onderdrukte emoties die te maken hebben met pijnlijke gebeurtenissen die we in het verleden zelf hebben meegemaakt, kunnen we transformeren door alsnog de energie van de oorspronkelijke emotie in ons lichaam te doorvoelen. Allerlei vormen van lichaamsgerichte coaching en therapie kunnen je hierbij helpen. Maar onbewust kunnen we ook emoties voelen, die eigenlijk van anderen zijn. En voor de transformatie van die emoties is heel iets anders nodig, namelijk bewustzijn. Hier kunnen familieopstellingen je bij helpen.

We zijn onze emoties niet

Vanaf een bepaald moment in onze ontwikkeling als mens, kunnen we ons bewust worden van de gedachten die we denken, de emoties die we voelen en de wilsimpulsen die ons handelen bepalen. Tot dat moment gaan we zo volledig in al deze gedachten, emoties en wilsimpulsen op, dat we er helemaal mee geïdentificeerd zijn.

Dat we ons van gedachten, emoties en wilsimpulsen bewust worden, veronderstelt dat een deel van ons zelf die gedachten, emoties en wilsimpulsen innerlijk als het ware van een afstandje waarneemt. Dit deel van ons zelf wordt de getuige-positie genoemd. Vanuit die getuige-positie kunnen we ervaren dat we weliswaar gedachten, emoties en wilsimpulsen hebben, maar dat we al die gedachten, emoties en wilsimpulsen niet zijn.

Waar komen onze emoties vandaan?

Wanneer we ons bewust worden van de gedachten, emoties en wilsimpulsen die door ons innerlijk stromen, dan hebben we de neiging om ons deze gedachten, emoties en wilsimpulsen toe te eigenen:

“Ik heb deze gedachten, emoties of wilsimpulsen, dus moeten ze wel van mij zijn!”

Dit denkbeeld veronderstelt dat alle gedachten die we denken, alle emoties die we voelen en alle wilsimpulsen die ons handelen bepalen uit ons zelf voort komen.
Maar klopt deze denkwijze eigenlijk wel?
Uit welk deel of welke delen van ons zelf komen al deze gedachten, emoties en wilsimpulsen dan?
Is het misschien mogelijk dat een deel van de gedachten, emoties en wilsimpulsen die we innerlijk waar kunnen nemen niet uit ons zelf komen, maar van anderen afkomstig zijn?
Of bestaat er helemaal niets buiten ons zelf?
Voordat ik deze vragen beantwoord, wil ik eerst iets nog kort iets zeggen over drie verschillende soorten emoties.

Primaire, secundaire en overgenomen emoties

Van Bert Hellinger, de grondlegger van familieopstellingen, leerde ik om onderscheid te maken tussen primaire, secundaire en overgenomen emoties.

Primaire emoties zijn de emoties die we voelen wanneer er hier en nu iets gebeurt dat op de één of andere manier bedreigend voor ons is. Zo kunnen we bijvoorbeeld angst als primaire emotie voelen, wanneer we acuut in levensgevaar zijn. Of woede als primaire emotie wanneer iemand een grens die we aangeven niet respecteert. Kenmerkend voor dit soort primaire emoties is dat ze kort en krachtig zijn wanneer we ze in het moment uiten.

Soms zijn emoties in het moment zo overweldigend, dat het meer is dan we op dat moment kunnen doorvoelen. Of we zijn in een omgeving waarin het taboe is om de emoties die we voelen te uiten. Op zulke momenten slaan we (een deel van) de emoties op in ons onbewuste. Deze onderdrukte emoties kunnen later als secundaire emoties of emotie-gedachten in ons innerlijk oplichtten. Kenmerkend voor dit soort secundaire emoties is dat ze jarenlang onze gemoedstoestand kunnen bepalen. Totdat we de energie van de oorspronkelijke primaire emotie alsnog in ons lichaam doorvoelen.

Naast primaire en secundaire emoties kunnen we volgens Hellinger ook overgenomen emoties hebben. Ik kom hier zometeen op terug.

Secundaire emoties komen uit het persoonlijk onbewuste

Dat veel van onze gedachten, emoties en wilsimpulsen uit ons persoonlijke onbewuste komen, is voor mij heel herkenbaar. Enerzijds omdat zich in mijn leven vaak situaties hebben voorgedaan waarbij verdrongen emoties uit mijn kindertijd door een gebeurtenis in de buitenwereld getriggerd werden. Anderzijds omdat ik in therapeutische sessies meer dan eens ervaren heb dat er diep in mijn lichaam onderdrukte emoties en beperkende overtuigingen opgeslagen lagen, die te maken hadden met verdrongen ervaringen uit mijn kindertijd. De onbewuste patronen die hierdoor in mijn denken, voelen en willen gevormd zijn, heb ik met behulp van lichaamsgerichte coaching en therapie kunnen transformeren.

Overgenomen emoties kunnen uit het collectieve onbewuste komen

Als representant in en begeleider van familieopstellingen heb ik ook vaak ervaren en gezien dat mensen gedachten, emoties en/of wilsimpulsen kunnen hebben, die van anderen afkomstig zijn.

Voor mensen met een goed ontwikkeld empathisch vermogen is dit eigenlijk heel vanzelfsprekend. Zij maken zich namelijk geen innerlijke voorstelling van dat wat een ander in zijn of haar situatie zou kunnen denken, voelen of willen, maar kunnen – wanneer zij zich op een ander afstemmen – innerlijk daadwerkelijk mee-voelen of in-voelen wat de ander denkt, voelt of wil.

Blijkbaar hebben we als mensen het vermogen een kanaal te zijn voor de gedachten, emoties en wilsimpulsen van anderen. In opstellingen maken we hier doelbewust gebruik van door in de ruimte representanten voor leden van een familiesysteem op te stellen. Deze representanten krijgen over het algemeen gedachten, emoties of wilsimpulsen die zij voordat zij in de opstelling geplaatst werden niet hadden en voor de cliënt herkenbaar zijn als passend bij de familieleden waarvoor zij zijn opgesteld. De representanten krijgen deze gedachten, emoties en wilsimpulsen zonder dat ze vooraf van de client informatie hebben ontvangen over degene die zij representeren.

Tijdens een familieopstelling maken we doelbewust gebruik van het invoelende vermogen dat mensen hebben. In het dagelijks leven is hetzelfde vermogen echter vaak onbewust werkzaam. Zonder dat we ons er bewust van zijn, kunnen we helemaal opgaan in de gedachten, emoties of wilsimpulsen die niet uit ons zelf komen, maar van anderen afkomstig zijn. Dat kunnen bijvoorbeeld negatieve gedachten van een ander over zichzelf zijn, die in de nabijheid van die ander opeens ook in onze gedachten oplichten. Maar in ons denken kunnen ook opeens negatieve gedachten over ons zelf oplichten, wanneer iemand anders in onze nabijheid negatief over ons denkt. De gedachten van een ander verdwijnen over het algemeen weer uit ons innerlijk wanneer die ander niet meer in onze nabijheid verkeerd, maar in de nabijheid van die ander kan het knap lastig zijn om ze buiten ons te houden. Of überhaupt op te merken dat het de gedachten van een ander zijn die in ons innerlijk oplichten. De gedachte (of emotie of wilsimpuls) van de ander, is namelijk gelijksoortig aan onze eigen gedachten (emoties en wilsimpulsen). Vaak merken we pas dat het niet onze eigen gedachte (emotie of wilsimpuls) was, wanneer deze met de ander uit onze nabijheid verdwijnt.

Opmerken dat een gedachte, emotie of wilsimpuls niet uit ons zelf komt, maar van een ander afkomstig is, is nog lastiger wanneer we deze onbewust van een eerder lid van ons familiesysteem hebben overgenomen. In zo’n geval is de emotie afkomstig uit het collectieve onbewuste ofwel de familie-ziel. Het onbewust overnemen van de gedachten, emoties of wilsimpulsen van een eerder lid van ons familiesysteem wordt in het systemisch werk een onbewuste verstrikking of een onbewuste identificatie genoemd. Het is nog lastiger om dit soort overgenomen gedachten, emoties en wilsimpulsen op te merken, omdat deze niet alleen gelijksoortig zijn aan onze eigen gedachten, emoties en wilsimpulsen, maar de hele tijd bij ons blijven.

Hoe kun je secundaire en overgenomen emoties van elkaar onderscheiden?

Dit wil ik illustreren aan de hand van een voorbeeld.

Ik had eens een client die al een paar jaar depressief was. Ze wist precies wat de trigger van haar depressie was, namelijk het hebben van een relatie. Tijdens een vorige relatie was ze namelijk ook depressief geweest en die depressie was als sneeuw voor de zon verdwenen toen ze de relatie verbrak. Om niet opnieuw depressief te worden, ging ze lange tijd een relatie uit de weg. Tot ze de liefde van haar leven tegen kwam waar ze geen weerstand tegen kon bieden.

Kort nadat ze een relatie met hem begon, gebeurde wat ze als vrijgezel gevreesd had: ze werd opnieuw depressief. Vastbesloten om haar liefdesgeluk niet door een depressie te laten bederven, besloot ze alles te doen wat nodig was om haar depressie te boven te komen. De oorzaak voor haar depressie zocht ze in verdrongen ervaringen uit haar kindertijd. En om deze te transformeren ging ze in therapie.

Een paar jaar lang voelde ze – onder begeleiding van een lichaamsgerichte therapeut – keer op keer het diepe verdriet dat onder haar depressie lag. Maar het loste niets op. Iedere volgende keer dat ze innerlijk contact met het verdriet maakte, was het nog net zo groot en diep als de vorige keer.

Haar geliefde bracht haar op het idee om bij mij een familieopstelling te doen. Tijdens die opstelling werd duidelijk ze onbewust geïdentificeerd was met een voormoeder wiens baby op jonge leeftijd overleden was. Van een relatie komt een zwangerschap en op een zwangerschap volgt een niet te verwerken verdriet. Dat was de ervaring die ze onbewust met zich meedroeg. Vandaar ook dat het hebben van een relaties de trigger van haar depressie was. In de opstelling heeft ze met liefde naar de voormoeder en haar overleden kind gekeken. En met een rituele zin het verdriet dat ze onbewust voor haar voormoeder was gaan dragen los gelaten. Na de opstelling was het depressieve gevoel dat haar al jaren overspoelde verdwenen. En is – voor zover ik weet – nadien ook niet meer terug gekomen.

Met dit voorbeeld wil ik illustreren hoe we secundaire en overgenomen emoties van elkaar kunnen onderscheiden. Het onderscheid zit namelijk niet in de gevoelslading van de emotie zelf: die voelt namelijk volledig identiek aan. Het onderscheid zit wel in wat transformerend werkt. Wanneer we (meer dan eens) de tijd nemen om de energie van een emotie als lichamelijke sensaties in ons lichaam te doorvoelen en/of deze emotie op de een of andere manier te uiten, dan treedt er normaal gesproken een verschuiving of verandering op. Zowel in de lichamelijke sensaties als in de emotionele lading. Als die verschuiving of verandering niet optreedt, zoals bij de client uit het voorbeeld hierboven, dan is dat een hele sterke indicatie dat er sprake is van een overgenomen emotie. En zou een familieopstelling wel eens de gewenste transformatie van de emotie kunnen brengen.